Wederom huurprijsvermindering in bodemprocedure toegewezen als gevolg van coronacrisis

Algemeen
Twee weken geleden plaatsten wij een artikel waarin uitspraken over huurprijsvermindering voor horecaondernemers als gevolg van de coronacrisis zijn besproken. In aanvulling op dit artikel heeft de rechtbank Amsterdam op 9 maart 2021 in lijn met eerdere (bodem)uitspraken geoordeeld dat ook een Amsterdams hotel aanspraak kan maken op huurprijsvermindering. Uit een notitie van een registeraccountant blijkt dat de omzet van het hotel in 2020 met 75% is gedaald ten opzichte van 2019. Ruim tweederde van de omzet in 2019 werd gegeneerd door buitenlandse toeristen.

Oordeel rechtbank Amsterdam
De rechtbank Amsterdam oordeelt dat vast is komen te staan dat de toeristenstroom in 2020 vrijwel is opgedroogd ten gevolge van de coronacrisis. Omdat het hotel en de verhuurder geen rekening hebben gehouden met een pandemie waarbij zowel nationaal en internationaal verstrekkende vrijheidsbeperkende maatregelen zijn afgekondigd met een grote impact op reizen, dient de coronacrisis en de in dat verband genomen maatregelen als onvoorziene omstandigheden moeten worden aangemerkt.

Nu er sprake is van een omzetdaling als direct gevolg van de coronacrisis dient de huurprijs te worden verminderd, waarbij als uitgangspunt geldt dat de omzetdaling gelijkelijk over de huurder en de verhuurder moet worden verdeeld. De rechtbank Amsterdam berekent de verminderde huurprijs als volgt: oorspronkelijke huurprijs x (percentage omzetdaling x 50%).

De rechtbank Amsterdam oordeelt dat bij de berekening van de omzet de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) buiten beschouwing dient te worden gelaten. Daarentegen dient het deel van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) dat verband houdt met de huur wel bij de omzet te worden betrokken.

Conclusie
Op basis van de gepubliceerde jurisprudentie lijken horecaondernemers, die daadwerkelijk omzetverlies hebben geleden als gevolg van de coronacrisis, in beginsel aanspraak te kunnen maken op huurprijsvermindering, tenzij er feiten of omstandigheden van toepassing zijn die zich tegen een huurprijsvermindering verzetten, zoals een slechte betalingsmoraal van een horecaondernemer van vóór de coronacrisis.

Uit reeds gepubliceerde jurisprudentie blijkt dat het voor horecaondernemers essentieel is om (1) aan de hand van financiële bedrijfsgegevens inzichtelijk te maken (2) dat er daadwerkelijk sprake is van omzetverlies (3) als gevolg van de coronacrisis. Diverse financiële stukken, zoals jaarrekeningen, bankrekeningafschriften en kassa-uitdraaien kunnen ter onderbouwing aan de rechtbank worden overgelegd. Uit deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam volgt dat ook een notitie van een registeraccountant kan worden overgelegd ter onderbouwing van een omzetdaling als gevolg van de coronacrisis.

Tot slot
Wenst u meer over dit onderwerp te weten, neem dan contact op met de specialisten van Lawwise Advocaten

vorige volgende

Wederom huurprijsvermindering in bodemprocedure toegewezen als gevolg van coronacrisis